Praktijkvoorbeelden: Bevorderen van strategisch schrijven

In veel methodes voor Nederlands zitten schrijfopdrachten verwerkt. Het is echter niet vanzelfsprekend dat u, wanneer u middels een methode aan schrijfvaardigheid werkt, met elke leerling gericht aan Tussendoelen werkt. Belangrijk is om kritisch te kijken aan welke doelen de methode aandacht besteedt en die te vergelijken met de Tussendoelen. Vervolgens kijkt u op welk niveau een leerling zit om te bepalen aan welke Tussendoelen hij / zij moet werken. Daar kunt u de methodeopdrachten op afstemmen.

Hieronder worden voorbeelden en suggesties gegeven om buiten de methode om aan schrijfvaardigheid te werken. Hierbij staat omgaan met verschillen tussen leerlingen centraal.

Procesgerichte schrijfdidactiek

Tijdens het schrijven van een tekst zijn leerlingen niet alleen bezig met het eindproduct, maar ze doorlopen een schrijfproces. Hierbij horen vaardigheden als tekstdoelen stellen, inhoud plannen en voortdurend evalueren en reviseren van geschreven tekst. Feedback zou zich dan ook niet alleen moeten richten op het eindproduct, maar juist ook op deze procesvaardigheden. Het schrijfproces kent verschillende fasen, met bijbehorende procesvaardigheden waarop feedback gegeven kan worden.
Dit betekent echter niet dat deze fasen en al deze strategieën steeds weer opnieuw chronologisch doorlopen hoeven te worden. Leerlingen hebben vaak hun eigen voorkeur ontwikkeld. Het is belangrijk dat docenten en leerlingen steeds bekijken of deze voorkeursstrategie ook leidt tot een goed schrijfproduct.

Betekenisvol schrijven

Op het moment dat een schrijfopdracht betekenisvol is voor leerlingen, zal dit hen motiveren om de opdracht uit te voeren. Een betekenisvolle schrijfopdracht is een levensechte schrijfopdracht. Klik hier voor enkele voorbeelden van levensechte schrijfopdrachten.

Observerend leren

Observerend leren blijkt een goede didactiek in het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs (Rijlaarsdam & Braaksma, 2004). Een schrijfopdracht kent drie fasen volgens deze didactiek:

1.De schrijftaak zelf uitvoeren
2.Observeren van twee leerlingen die de schrijftaak uitvoeren met de vraag: Wie van de twee doet het minder goed en waarom vind je dat?
3.Observeren van (dezelfde) twee leerlingen met de vraag: Wie van de twee doet het beter en waarom vind je dat?

Deze didactiek gaat ervan uit dat er verschillen zijn tussen sterke en zwakke schrijvers waar het gaat om effectiviteit van de fasen van een schrijfopdracht.
Leren door observeren lijkt een effectieve werkvorm te zijn. Leerlingen kunnen kijken en luisteren naar hoe lezers met een tekst omgaan. Zo krijgen ze inzicht in de interactie tussen kenmerken van de tekst en leesprocessen. Maar leerlingen kunnen ook zien hoe andere leerlingen leertaken oplossen.
Deze vorm van sociaal leren door observatie stimuleert de schrijfvaardigheid omdat er rekening wordt gehouden met verschillen tussen leerlingen. Sterke of talentvolle schrijvers kunnen direct met het uitvoeren van de schrijftaak of de schrijfopdracht beginnen. Zwakkere schrijvers hebben profijt van een tussenstap, namelijk het observeren van klasgenoten die schrijven en lezen. Zo krijgen ze meer inzicht in de tekstkenmerken en ontdekken ze verbeterpunten die zij vervolgens zelf kunnen inzetten bij het uitvoeren van hun eigen schrijfopdracht.

Strategisch schrijven bevorderen met het hele team: Genredidactiek

De genredidactiek (Gibbons, 2002; Rose, 2008) gaat ervan uit dat niet alleen literaire teksten onder te verdelen zijn in genres, maar dat ook bij teksten uit disciplines als geschiedenis, biologie, aardrijkskunde, economie, de exacte vakken en de kunstvakken deze verdeling mogelijk is. Zo worden tekstgenres onderscheiden als het verhaal, het historische verslag, de anekdote, een biografisch verslag, een procedure, een betoog, een uiteenzetting enzovoorts.
Elk tekstgenre kent een specifiek doel, bijvoorbeeld vermaken, leren, informeren, instrueren of overtuigen. En elk genre kent verder een specifieke structuur. Ook zijn voor elk type tekstgenre bepaalde talige kenmerken aan te wijzen. Klik hier voor een schema met een aantal voorbeelden van genres en hun specifieke kenmerken.
Docenten kunnen hun leerlingen ondersteunen bij het leren van hun vak of leerdomein en het verdiepen van vakkennis, door de leerlingen inzicht te geven in de specifieke genres waartoe de teksten in hun onderwijs behoren. In het geval dat de leerlingen zelf teksten moeten schrijven, kunnen zij hun leerlingen inzicht geven in de structuurkenmerken en talige kenmerken die teksten vereisen. Dat is het idee achter de genredidactiek.

Discussievragen

  • Op welke manier bevordert u de strategische schrijfvaardigheid van uw leerlingen?
  • Welke rol speelt de methode Nederlands binnen uw schrijfonderwijs? Welke aanpassingen zijn nodig om uw schrijfonderwijs af te stemmen op alle leerlingen?
  • Welke rol heeft schrijfvaardigheid binnen de zaakvakken? Hoe zou binnen deze vakken (nog) beter aandacht aan schrijfonderwijs gegeven kunnen worden? Welke stappen zijn hiervoor nodig binnen uw school?