Praktijkvoorbeelden: Stimuleren van reflectie op geschreven taalGenredidactiekIn de genredidactiek wordt het begrip genre ruim opgevat. Denken we bij het vak Nederlands bij een genre wellicht in eerste instantie aan een literair genre, bijvoorbeeld een detective of historische roman, in de genredidactiek kan een tv-programma, een telefoongesprek of een set instructies ook een genre zijn. Op school lezen en schrijven leerlingen volgens deze definitie ook teksten in bijzonder veel verschillende genres: historische verslagen, practicumverslagen, instructies, betogen, verklaringen, enzovoorts. Ze doen dat niet alleen voor het vak Nederlands, maar ook voor alle andere vakken. De genredidactiek stelt, dat wanneer lezers en schrijvers inzicht hebben in de kenmerken van de verschillende genres zij deze teksten beter zullen leren lezen en schrijven, en dat zij de leerstof van verschillende vakken beter zullen leren beheersen. De genredidactiek lijkt een veelbelovende didactiek, omdat deze het lees- en schrijfonderwijs weet te integreren. Internationale onderzoekers hebben de genredidactiek gekoppeld aan een zogenaamde curriculum cyclus of onderwijsleercyclus (Burns & Joyce, 1991; Gibbons 2002; Rose, 2008):
Gebaseerd op: van der Leeuw, B. & Meestringa, T. (2011). Genres in schoolvakken. Verslag van de landelijke werkconferentie Platform Taalgericht Vakonderwijs, SLO: Enschede, p. 7. Deze cyclus bestaat uit 4 fasen en is gericht op de ontwikkeling van lees- en schrijfvaardigheid met behulp van genres. Leerlingen lezen niet alleen teksten die horen bij verschillende genres, ze leren ook die teksten te schrijven. Teksten reviserenIn het voortgezet onderwijs hoor je regelmatig dat leerlingen elkaars werk niet of nauwelijks kunnen becommentariëren. Er wordt weinig feedback gegeven aan elkaar waardoor deze activiteiten niet lijken bij te dragen aan de ontwikkeling van het reflecterend vermogen van leerlingen. Belangrijk is dat leerlingen weten wat er precies van hen verwacht wordt wanneer ze feedback gaan geven op een schrijfproduct. Klik hier voor meer tips om leerlingen constructief elkaars werk te laten becommentariëren. Activerend grammaticaonderwijsTraditioneel grammaticaonderwijsIn het traditionele grammaticaonderwijs krijgt het benoemen van woord- en zinsdelen veel aandacht en wordt er geen aandacht besteed aan achterliggende concepten. Het grammaticaonderwijs komt voor een groot deel neer op het maken van oefeningen waarin je een bepaalde woordsoort of een bepaald zinsdeel in een zin of tekst moet opzoeken of invullen. Denk aan opdrachten als wijs de persoonsvorm aan of wat voor woordsoort is het onderstreepte woord in de volgende zinnen? De bijbehorende didactiek beperkt zich tot een betekenisarme en uiterst beknopte uitleg van een aantal vuistregels. Denk aan vuistregels als Verander de zin van tijd of getal of Stel de vraag: wie/wat +pv. Maar leren de leerlingen nu werkelijk wat precies een persoonsvorm is, of een onderwerp? Krijgen ze inzicht in de taalkundige concepten die daarachter liggen? Een rommelig probleemCoppen noemt de grammaticale analyse een messy problem oftewel een rommelig probleem. Rommelige problemen moet je volgens Coppen benaderen door kritisch denken. Het gaat dan om cognitieve vaardigheden als het probleem herkennen, informatie verzamelen, het geheugen raadplegen, de taalvorm manipuleren en beoordelen, causale verbanden zien, argumenten afwegen en probleemoplossend denken.
Videofragmenten
Discussievragen
|
Tussendoelen VO