Tussendoelen reflecteren op geschreven taal |
| Tussendoelen op weg naar 1F | Tussendoelen op weg naar 2F en 3F |
Algemeen | Leerlingen zijn in staat de verschillende functies aan te geven van verhalende, informatieve, instructieve en betogende teksten. | Ze zijn in staat de verschillende functies aan te geven van verhalende, informatieve, instructieve en betogende teksten. |
Ze zijn in staat om van de verschillende teksten de verschillende structuurkenmerken aan te geven. | Ze zijn in staat om van de verschillende teksten de verschillende structuurkenmerken aan te geven. |
Ze zijn in staat andere talige kenmerken te onderscheiden bij de verschillende tekstsoorten. | Ze zijn in staat andere talige kenmerken te onderscheiden bij de verschillende tekstsoorten. |
Ze maken onderscheid tussen formeel en informeel gebruik van geschreven taal. | Ze maken onderscheid tussen formeel en informeel gebruik van geschreven taal. |
Grammaticale begrippen | Leerlingen gebruiken de grammaticale begrippen: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde en persoonsvorm. | Ze gebruiken de grammaticale begrippen: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde en persoonsvorm. |
| Ze beheersen verder de begrippen: lijdende en bedrijvende vorm en vragende vorm. |
Ze beheersen de concepten achter deze begrippen. | Ze beheersen de concepten achter deze begrippen. |
Begrippen rondom tekstkennis | Leerlingen gebruiken de volgende begrippen: standpunt, argument, feit, mening, tekstsoort en paragraaf. | Ze gebruiken de volgende begrippen: standpunt, argument, feit, mening, tekstsoort en paragraaf. |
| Zij gebruiken de aanduidingen voor tekstsoorten en genres. |
Begrippen rondom morfologie | Leerlingen gebruiken de volgende begrippen: woordvorm, woorddeel, samengesteld, voorvoegsel, achtervoegsel, lettergreep, getal, tijd, verkleinwoord, verschijningsvorm van werkwoorden. | Ze gebruiken de volgende begrippen: woordvorm, woorddeel, samengesteld, voorvoegsel, achtervoegsel, lettergreep, getal, tijd, verkleinwoord, verschijningsvorm van werkwoorden. |