Uitgangspunten interactief taalonderwijs

Sociaal leren

Taal is bij uitstek een sociaal proces. Mensen leren in een sociale context, ook als je alleen een boek zit te lezen. Dat boek staat immers vol met gedachten van iemand anders (Ottenhof e.a., 2006). Bij interactief taalonderwijs wordt het leren van een taal dan ook opgevat als een sociaal leerproces. Onder invloed van het voorbeeldgedrag van volwassenen en door interactie met hen, ontdekken leerlingen de betekenis en de functie van geschreven taal. Het is belangrijk dat leerlingen ook van elkaar kunnen leren. Samenwerkend leren oftewel coöperatief leren is een veelbelovende werkwijze. Vooral wanneer daarbij gemeenschappelijke doelen worden nagestreefd, groepsleden afhankelijk zijn van elkaar en ieder groepslid wordt aangesproken op zijn persoonlijke verantwoordelijkheid (Aarnoutse e.a. 2003).

Betekenisvol leren

Betekenisvol leren gebeurt in contexten die voor leerlingen belangrijk zijn. Door uit te gaan van authentieke leersituaties en rijke contexten, wordt een appèl gedaan op de intrinsieke motivatie van de leerlingen en wordt hun activiteit gestimuleerd. Betekenisvol leren betekent dat leren een actief proces is, waarin leerlingen hun eigen kennis construeren. Het is een proces, waarin leerlingen hun kennis van de taal en van de wereld voortdurend reorganiseren op basis van het taalaanbod dat ze krijgen.

Strategisch leren

Interactief taalonderwijs veronderstelt dat leerlingen in de loop der jaren leren hoe ze bepaalde taalproblemen op een efficiënte manier kunnen oplossen. We noemen dit strategisch leren. Het verwerven van cognitieve strategieën, zoals het vinden van de hoofdgedachte in een tekst, en van metacognitieve strategieën, zoals het plannen en bewaken van het eigen leesgedrag en de reflectie daarop, verloopt voor een deel vanzelf. Maar voor een ander deel is expliciete instructie noodzakelijk, vooral voor leerlingen die moeite hebben met leren (Aarnoutse e.a. 2003).